Wet arbeid vreemdelingen
Artikel 19e
1
Een boete wordt opgelegd bij beschikking van de op grond van artikel 19a, eerste lid, aangewezen ambtenaar.
2
In de beschikking wordt in ieder geval vermeld:
a
de hoogte van de boete;
b
het beboetbare feit ter zake waarvan de boete opgelegd wordt;
c
de natuurlijke persoon of rechtspersoon op wie de verplichting rust tot naleving van deze wet, voor zover deze verplichting is aangeduid als beboetbaar feit;
d
de bij het beboetbare feit betrokken persoon of personen;
e
de termijn waarbinnen de boete moet worden betaald.
3
De beschikking wordt gegeven binnen dertien weken na dagtekening van het rapport, bedoeld in artikel 18b.
4
Op verzoek van de in het tweede lid, onderdeel c, bedoelde persoon die de inhoud van de beschikking wegens zijn gebrekkige kennis van de Nederlandse taal onvoldoende begrijpt, zorgt de ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, er zoveel mogelijk voor dat de in die beschikking vermelde informatie aan hem wordt medegedeeld in een voor hem begrijpelijke taal.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.